Let op: als gevolg van de gewijzigde Europese regelgeving voor biociden kun je maar beter goed opletten welk soort zwembadzout je gebruikt. Vanaf nu is alleen zout toegestaan dat een notificatienummer heeft (wat betekent dat het officieel is goedgekeurd door de Belgische overheid). De nieuwe biociderichtlijn heeft ook betrekking op zwembadzout dat gebruikt wordt om ter plekke chloor te maken.

Wat zijn biociden?

Europa heeft al langer dan vandaag een strikte regelgeving voor biociden. Biociden zijn producten die zich inzetten om schadelijke organismen uit te schakelen en die vooral bedoeld zijn voor huishoudelijk gebruik: insectenwerende middelen, algenwerende middelen, muizengif, ontsmettingsmiddelen, schimmelwerende middelen, … Allemaal producten die deel uitmaken van de categorie biociden.

Tot voor kort was de regelgeving voor ‘precursoren’ – producten die worden gebruikt als grondstof voor andere producten – nogal vaag. Daar is nu verandering in gekomen. Sinds 2014 valt zwembadzout dat wordt gebruikt om ter plekke chloor te maken, ook onder de biociderichtlijn 528/2012.

Nieuwe Europese norm

Onlangs is er een nieuwe norm geïntroduceerd voor de behandeling van zwembadwater met een elektrochloreermachine. Deze norm (EN 16401) legt vast aan welke eisen het zwembadzout moet voldoen qua samenstelling, zuiverheid, vochtgehalte en verpakking.

Voor zwembadtoepassingen mag geen zout meer worden gebruikt dat is verrijkt met een antiklontermiddel (E536 of E535) – zoals vacuümzout.